- Algemeen
- Wat te doen bij een sportongeval?
- Medische afwijking
- Eerste hulp bij sportongevallen en blessurepreventie
- EHBSO
- Meest voorkomende voetbalblessures
Algemeen
Crossing Vissenaken werkt samen met V!GO voor blessure behandeling.
Bij ernstige letsels hebben we link naar de specialisten associatie van Tienen H Hart ziekenhuis. V!GO werkt hier als go between en Wim Sevenants is onze contactpersoon. Kine praktijk Optiforma en Osteokin zijn partners inzake nabehandeling.
Aan blessurepreventie kan gewerkt worden door analyse van het gang- en looppatroon van de sporter.
Als gevolg van een dergelijke analyse zal gericht advies gegeven worden over sportschoeisel en/of lichaamstraining .
Er kan ook beslist worden door de voorschrijver dat er nood is aan: op maat gemaakte of geprefabriceerde technisch-orthopedische hulpmiddelen zoals bandages ,orthesen of steunzolen. Deze keuze hangt af van de graad van de pathologie waar de sporter mee te kampen heeft.
Dit kan van een enkel distorsie gaan tot een hinderlijk meniscusletsel.
Onder bandages verstaan we alle verbanden die gewrichtsondersteuning bieden bij het sporten. Meestal zijn deze bandages voorzien van een elastisch, compressief breiwerk. Dit weefsel kan verstevigd worden met extra elastische banden die dan rond het lidmaat kunnen gewikkeld worden. Soms wordt er gebruik gemaakt van baleinen om de bandage te versterken.
Als we over orthesen spreken ,vinden we dikwijls een hard frame terug gecombineerd met scharnieren. Door deze rigidere structuur van de orthese ,krijgt het gewricht nog meer stabiliteit. Dit is nodig als er een zwaardere pathologie aanwezig is.
Steunzolen kunnen meerdere functies bezitten, nl ondersteuning, correctie of ontlasting. Naargelang de werking worden verschillende materialen gebruikt. Zo zal een hardere steunzool minder ontlasting geven dan een zachte steunzool. Als we over sportsteunzolen praten ,zal er dikwijls een actieve correctie geplaatst worden ter hoogte van de achtervoet om extra sturing te bekomen tijdens het afwikkelen van de voet . Zolen combineer je best met neutrale sportschoenen om zeker geen over correctie te geven.
Wat te doen bij een sportongeval?
Iedere aangesloten speler dient de trainer zo vlug mogelijk te verwittigen bij ziekte, een ongeval of blessure.
Hier volgen enkele raadgevingen die de administratieve en financiële beslommeringen rond een ongeval zoveel mogelijk kunnen beperken.
Laat het formulier “Aangifte van ongeval” (klik op de link en open het aangifteformulier) van KBVB zo snel mogelijk en liefst binnen de 48 uur invullen door je behandelende arts en bezorg dit aangifteformulier aan de gerechtigde correspondent (GC) van de club.
Vraag je arts om zeker punt 4 a) “ kinesitherapeut of fysiotherapeut” altijd met ‘JA’ aan te duiden, dan ben je zeker dat het solidariteitsfonds van de KBVB de kosten hiervan terugbetaalt. Bij niet aanduiden van ‘JA’ in rubriek 4a) wordt het remgeld niet vergoed indien later blijkt dat je toch naar de kinesitherapeut moet !
Steeds kleefbriefje van het ziekenfonds bij het aangifteformulier voegen !
Wanneer je in een ziekenhuis moet worden opgenomen, gelieve er dan rekening mee te houden dat het solidariteitsfonds van de KBVB enkel terugbetaalt voor een bed in gemeenschappelijke kamer (Privé-kamer of een kamer met twee wordt door de KBVB NIET terugbetaald !).
Je kunt altijd een tussentijdse terugbetaling vragen bij een langdurige kwetsuur. Zorg dan dat alle ontvangstbewijzen van het ziekenfonds, die met het ongeval te maken hebben, aan Vera Hendrickx worden bezorgd. Indien je nog vragen hebt, kan je ook altijd bij haar terecht.
BELANGRIJK : Eens een ongevalsdossier via de gerechtigde correspondent bij KBVB wordt ingediend, moet de speler (of de wettelijke vertegenwoordiger) er zorg voor dragen dat, alvorens, na herstel, training en wedstrijden te hernemen, het formulier met de toelating van de behandelende geneesheer om te hervatten, via de gerechtigde correspondent, aan KBVB wordt overgemaakt. Indien het trainen/spelen wordt hervat zonder deze voorafgaande verklaring, is de speler bij herval of een nieuwe kwetsuur/ongeval uitgesloten van terugbetaling.
Medische afwijking
De bestaande regeling voor het verkrijgen van een ‘attest medische afwijking van leeftijdscategorie’ was niet voor iedereen even rechtlijnig en al geruime tijd is men overtuigd van de noodzaak om één en ander bij te sturen. Dit resulteerde in onderstaande vernieuwde procedure. Deze procedure is geldig vanaf het seizoen 2015-2016. In Vlaanderen kan U voor het ontvangen van een ‘attest medische afwijking leeftijdscategorie’ enkel nog terecht via de artsen van het SKA. De eerder ingestuurde attesten voor het seizoen 2015-2016 zijn niet van toepassing. Nieuwe procedure ‘medische afwijking’ De VFV en de KBVB bieden jongens/meisjes de mogelijkheid omwille van medische redenen in een lagere leeftijdscategorie te voetballen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een attest voor medische afwijking van leeftijdscategorie verkregen worden. Tot de voornaamste redenen voor aanvraag van dit attest behoren een groeiachterstand, vertragingen van de maturiteit (significant late puberteit), motorische en psychosociale problemen. Deze maatregel heeft als doel kinderen die hiermee geconfronteerd worden, op een aangepast niveau te laten voetballen. De VFV en de KBVB wensen te benadrukken dat het steeds om een medische afwijking moet gaan. Voetbaltechnische redenen zonder medische achtergrond worden niet weerhouden. Gezien het een attest van medische afwijking betreft, wordt deze afwijking vastgesteld door een arts (erkend sportkeuringsarts).
Attest aanvragen Wil je een attest aanvragen? Hiervoor kan je terecht bij een erkend sportkeuringsarts in de buurt die vertrouwd is met deze procedure. Maak met deze erkende sportkeuringsarts een afspraak voor een consultatie.
Je kan ter verduidelijking ook volgend stappenplan volgen:
- Stap 1 : Ga naar de website https://www.sportkeuring.be
- Stap 2 : Vul de geboortedatum en het geslacht in van de speler/speelster voor wie je de afwijking vraagt
- Stap 3 : Onder de rubriek ‘Welke sport wilt u gaan beoefenen’, ga je naar ‘balsporten’ en vervolgens naar ‘voetbal – medische afwijkingen’
- Stap 4 : Vul in de mate van het mogelijke de vragenlijst in
- Stap 5 : Stuur een e-mail naar de erkende arts die je wenst te bezoeken en/of contacteer deze arts telefonisch voor een afspraak.
Gezien het voor sommige spelers en/of ouders mogelijk moeilijk is om alle facetten van deze nieuwe procedure te begrijpen, vragen we aan de clubs hier mede op toe te zien, zodat elke betrokkene die recht heeft op een afwijking deze ook kan verkrijgen. Neem naar het consult bij de sportkeuringsarts zoveel mogelijk recente medische informatie mee (eventuele verslagen van onderzoeken, medische beeldvorming,… ). De prijs voor dit medisch consult bedraagt 45 euro, waarvan je de helft kan recupereren via de mutualiteit. Na het medisch onderzoek bezorgt de arts een rapport aan de VFV en de KBVB. Het ‘attest voor medische afwijking van leeftijdscategorie’ wordt nadien digitaal overmaakt aan de gerechtigde correspondent van jouw club. Belangrijk! Dit attest moet bij elke wedstrijd die jouw kind speelt in een lagere leeftijdscategorie op vraag kunnen voorgelegd worden aan de scheidsrechter. (Artikel 1421 1.3 van het bondsreglement) Voor verdere vragen rond de procedure kan je via e-mail terecht op medical@footbel.com en op administratie@voetbalfederatievlaanderen.be . De website http://www.sportartsen.be biedt medische informatie.
Eerste hulp bij sportongevallen en blessurepreventie
Niets is vervelender voor sporters dan tijdens hun favoriete sport op de bank toe te moeten kijken omdat zij een blessure hebben opgelopen. Bij voetbal komen regelmatig blessures aan m.n. enkels en knieën voor. Goed materiaal zoals kleding en scheenbeschermers is heel belangrijk. De beschermers spelen een preventieve rol bij acute blessures van enkel en scheenbeen. Met goede schoenen ontzie je de enkel-, knie- en heupgewrichten en rugwervels. Een goede voetbalschoen voldoet aan de volgende eigenschappen: bescherming bieden, steun geven en een stevige grip geven. Naast het zorg dragen voor goed materiaal, zoals schoenen en beschermers is de voorbereiding op de wedstrijd heel belangrijk om blessures zoveel mogelijk te voorkomen. Stimuleer daarom ook een goede warming-up met rekoefeningen. Met een warming-up worden de spelers voorbereid op de lichamelijke inspanningen zowel fysiek als mentaal. Bij de jongste jeugd is het rekken van spieren nog niet zo van belang omdat de botten nog moeten groeien en de spieren hierop vooruit lopen.
Toch is het goed om ook met deze jonge kinderen in een vroeg stadium alvast te wennen aan een warming-up en rekoefeningen. Om de warming-up voor de wedstrijd tot een automatisme te maken kun je ervoor zorgen dat de spelers de onderdelen herkennen evenals de volgorde. De opwarming kun je variëren in oefeningen, de onderdelen van het lichaam komen in een vaste volgorde terug. De spelers weten daardoor na enige tijd wat ze moeten doen en hoeven niet te wachten op het sein van de coach, probeer ze wel te stimuleren. Een warming-up is pas nuttig als je er de tijd voor neemt. De warming-up duurt 15 tot 30 minuten. De zwaarte en complexiteit van de oefeningen nemen in de loop van de warming-up toe. Leg het accent op de spiergroepen die in de wedstrijd intensief worden gebruikt zoals schoudergordel, armspieren en beenspieren. In het hoofdstuk ‘coachen op de wedstrijddag’ zijn een aantal voorbeelden voor warming-up oefeningen gegeven. Op de volgende pagina’s vind je een aantal oefeningen die je je team kan laten uitvoeren. Na afloop van het sporten kun je je spelers oefeningen laten doen om voor een geleidelijke overgang naar ontspanning te zorgen. Een goede cooling-down voorkomt spierpijn en zorgt voor sneller en beter herstel van de spieren. Een goede cooling-down bestaat afwisselend uit rekken en bewegen, duurt in totaal minimaal 10 minuten, begint en eindigt met een rustig loop- of dribbelpasje en spiergroepen die tijdens de wedstrijd extra belast zijn krijgen extra aandacht. Na 2 á 3 minuten uitlopen volg je de oefeningen die hieronder zijn afgebeeld. Besteedt daarbij extra aandacht aan spieren die stijf en vermoeid aanvoelen. Bij koud weer of een koude zaal is het verstandig om warme kleding aan te trekken om snelle afkoeling te voorkomen.
EHBSO
Doet er zich ondanks de goede voorbereiding toch een blessure voor dan is het van belang om de geblesseerde sporter op de juiste manier te helpen. Wordt er in het begin stadium goed gehandeld dan kan dat de blessuretijd aanzienlijk verkorten. Het is belangrijk dat je als coach de ernst van een blessure kan inschatten en de juiste behandeling kan toepassen. Hoe herken je nu dat een blessure ernstig is en dat je zo snel mogelijk contact op moet nemen met een arts? – de pijn verdwijnt niet na het verlenen van eerste hulp – er is sprake van een duidelijke vorm- en standsafwijking – de sporter is niet in staat het geblesseerde lichaamsdeel te belasten – de sporter krijgt niet meer zijn normale functie terug – de teamgenoten en/of omstanders maken melding van een krakend geluid of een knappend gevoel bij het ontstaan van de blessure – het geblesseerde gewricht gaat direct opzwellen na een verstuiking.
Soms zijn er natuurlijk twijfels, dan is het belangrijk om te kijken naar het functieherstel van het gekwetste lichaamsdeel. Kan een speler direct weer lopen en doet het geen pijn dan kan hij het weer proberen. Houd hem wel in de gaten en kijk of het echt geen pijn doet. Soms is het nodig dat we de jeugdspeler tegen zichzelf in bescherming nemen. Een geblesseerde speler mag niet (verder) spelen, hoe belangrijk de wedstrijd ook is. Als coach van de jeugd dienen we ons te realiseren wat voor gevolgen het voor onze jeugdleden kan hebben als zij met een blessure gaan voetballen. De blessure kan chronisch worden en zelfs zo ernstig dat ze moeten stoppen met voetballen. Dit moeten we in alle gevallen zien te voorkomen. Gedreven jeugdige sporters willen ook vaak blessures verzwijgen. Observeer daarom je team goed, hoe lopen ze er bij. Meldt blessures ook aan de trainer.
Meest voorkomende voetbalblessures
Kneuzing en verstuiking: Een kneuzing kan ontstaan wanneer iemand zich flink stoot of valt. De huid zelf wordt niet beschadigd, maar wel het onderhuids weefsel of de daaronder gelegen spieren. Als gevolg daarvan ontstaat pijn en enige tijd later vaak ook een zwelling of blauwe verkleuring. Bij twijfel over de aanwezigheid van een botbreuk (pijn, zwelling en het lichaamsdeel niet kunnen bewegen) een arts waarschuwen. Als een gewricht omzwikt, bij voetbal is dit vaak de enkel, kunnen banden rondom het gewricht uitrekken of zelfs scheuren. Dit noemen we een verstuiking/verzwikking. Bij een verstuiking kunnen bloedvaatjes in het kapsel rondom het gewricht kapot gaan. Hierdoor zal bij een verstuiking vaak een zwelling “’n ei aan de buitenzijde van de enkel” en verkleuring te zien zijn.
Behandeling: De bloeding moet beperkt worden. Daarvoor is een ezelsbruggetje uitgevonden: ICE-regel! – ICE = koelen – Immobilisatie: rust – Compressie: druk – Elevatie: hoog leggen * Koel met water, ijs(blokjes) of coldpack (altijd een doek tussen huid en koelmateriaal) 15 tot 20 minuten. Herhaal dit in de loop van de dag nog twee keer. Houd de pijn aan, blijf dan koelen, dit vermindert de pijn * Geef het getroffen lichaamsdeel rust, loop er zo weinig mogelijk op * Geef steun in de vorm van een drukverband * Leg het getroffen lichaamsdeel hoog, hoger dan de positie van het hart. Ook slapen kan met het been omhoog * Is er direct veel pijn die blijft aanhouden en als staan op de enkel na een uur nog niet mogelijk is, of bij een abnormale stand van de enkel ga dan direct naar de EHBO van het ziekenhuis voor röntgenfoto’s. De enkelverstuiking is het meest voorkomende sportletsel. Leg bij een enkelverstuiking een drukverband aan met synthetische watten en een ideaalwindsel. Rol de synthetische watten vanaf de tenen naar de kuit, waarbij ook de hiel volledig bedekt wordt. Met het ideaalwindsel begin je ook bij de tenen en rol je omhoog. Aan de uiteinden steekt een stukje watten uit.
Herstel: Bij een lichte verzwikking is het al weer snel mogelijk om met tape te behandelen. In de ernstigere gevallen kan het twee tot zes weken duren voordat er weer gevoetbald kan worden. Als coach ben je geen arts. Je mag dan ook geen tape aanleggen om het geblesseerde lichaamsdeel zodat de speler weer snel aan de wedstrijd mee kan doen. Een sportverzorger, een fysiotherapeut of een arts zijn hiervoor bevoegd. Als niet-gediplomeerde maak je de blessure eerder erger dan beter. Let op dat een geblesseerde speler niet te snel weer meedoet. Het beste is om eerst te beginnen met trainen. Als dit zonder pijn verloopt dan kan hij weer meedoen aan de wedstrijd. Als coach moet je in de gaten houden dat de geblesseerde speler niet te snel weer aan de wedstrijd meedoet. Iedereen wil zo snel mogelijk weer meespelen maar begin je te snel dan kan het langdurige problemen geven.
Meniscusletsel: De meniscus is een soort schokdemper in de knie. In iedere knie zit een binnen- en een buitenmeniscus en deze bestaat uit kraakbeen. De meniscus is halve maanvormig en bevindt zich tussen het boven- en onderbeen. Doordat het vrij zacht materiaal is, kan het klappen opvangen zoals bij springen en hardlopen. Ook zorgt de meniscus voor een goede sturing van de beweging in de knie en geeft stabiliteit.
Oorzaak: Een letsel van de meniscus wordt bij voetballers meestal veroorzaakt door een forse draaibeweging of doordat je door je knie gaat. Daarbij raakt de meniscus ingeklemd tussen het bot van het onder- en bovenbeen en kan er een scheur optreden.
Verschijnselen: Bij een letsel van de meniscus voel je plotseling hevig pijn in je knie. Afhankelijk van welke meniscus gescheurd is voel je dit aan de binnen- of aan de buitenzijde. Door sporten is meestal niet meer mogelijk. Doordat er vaak ook een bloeding bij ontstaat wordt de knie direct dik, maar dit kan ook pas na 24 uur optreden.
Diagnose: Iedere knie die na een verdraaiing dik wordt moet onderzocht worden door een arts. Deze kan bij het lichamelijk onderzoek aanwijzingen vinden die op een meniscusletsel wijzen. Een kapotte meniscus wordt definitief vastgesteld door middel van een kijkoperatie. Hierbij wordt er onder verdoving door middel van een dun kijkbuisje in de knie gekeken. Ook is het mogelijk aanwijzingen voor een letsel aan te tonen door middel van zogenaamde röntgencontrastfoto’s. Dan wordt er een vloeistof in de knie gespoten waarna röntgenfoto’s gemaakt worden. Dit is nodig om de meniscus af te kunnen beelden. Op gewone röntgenfoto’s is die niet te zien, omdat alleen de harde botten afgebeeld worden. Tegenwoordig bestaan er ook nog andere mogelijkheden om een letsel aan te tonen.
Dit onderzoek heet MRI. Voor alle genoemde onderzoeken bestaat er tegenwoordig een wachttijd zodat je meestal niet direct geholpen kan worden.
Behandeling: Als het scheurtje in de meniscus aan de buitenrand zit, dan kan de meniscus met rust weer spontaan genezen omdat daar nog voldoende doorbloeding is. Met fysiotherapie en oefentherapie is dan binnen 4-6 weken volledig herstel mogelijk. Meestal moet een kapotte meniscus geopereerd worden. Het gescheurde stukje wordt dan tijdens de kijkoperatie verwijderd. Het is beter om zoveel mogelijk van de meniscus te laten zitten. Het deel dat verwijderd wordt groeit namelijk niet meer aan. Zonder meniscus is de schokdemping in de knie minder en ook is de knie minder stabiel. Hierdoor loop je een grotere kans op slijtage in het kniegewricht. Meestal ontstaat dit pas na vele jaren. Het is daarom belangrijk een meniscusletsel serieus te behandelen. Zowel met als zonder operatie is het voor voetballers dan ook verstandig om na een operatie te zorgen voor een goede revalidatie bij een fysiotherapeut. Hierbij moet veel aandacht aan spierversterking en coördinatie geschonken worden. De bovenbeenspieren moeten de knie nu extra ondersteunen. Dit heeft tijd nodig en het duurt na een operatie zeker 6 tot 8 weken, voordat je weer wedstrijden kan spelen.
Blaar: Een blaar kan op drie manieren ontstaan: – door verbranding – door bevriezing – door voortdurende druk of wrijving (sporten)
Behandeling: – Ontsmet de blaar vooraf met Betadine jodium – Prik de blaar door met een blarenprikker of steriele naald (even in de vlam houden, niet zwart laten worden). Prik de blaar op twee plaatsen aan de rand door – Druk het vocht eruit met een steriel gaasje – Doe Betadine jodium (zalf) op de blaar en dek hem af met een pleister
NB: – Alleen blaren die zijn ontstaan door druk of wrijving mogen indien nodig worden doorgeprikt – In verband met infectiegevaar de blaar alleen dan doorprikken, wanneer de drukpijn te erg wordt. – Een dichte blaar dakpansgewijs afplakken met reepjes kleefpleister – Een bloedblaar niet doorprikken. Bij erge pijn als gevolg van de onderhuidse druk de blaar door een arts laten behandelen.
Bloedneus: Een bloedneus lijkt vaak ernstiger dan het is. Bij één situatie moet je als coach op je hoede zijn. Wanneer een bloedneus ontstaat door aanraking met een hard voorwerp (bv. een bal of een arm), kan de neus gebroken zijn. Laat in dit geval de arts controleren. Een spontane bloedneus is vaak redelijk eenvoudig te stoppen.
Behandeling: – Laat de speler zitten met het hoofd voorover gebogen – Knijp de neusvleugels op het neustussenschot dicht – Houdt dit 5 á 10 minuten vol – Herhaal dit eventueel als de bloeding nog niet gestelpt is – Raadpleeg een arts als de bloeding na 15 á 20 minuten nog niet is gestopt
Botbreuk of ontwrichting: De volgende verschijnselen kunnen duiden op een breuk of een ontwrichting: – pijn – onvermogen het getroffen lichaamsdeel te gebruiken – zwelling – soms: – een abnormale stand van het lichaamsdeel – een abnormale beweeglijkheid – een uitwendige wond Er bestaan twee soorten botbreuken: open en gesloten. Bij een open botbreuk is er een wond in de buurt van de breukplaats, terwijl bij een gesloten breuk de huid niet beschadigd is. Het verschil tussen een botbreuk en een ontwrichting is voor een ‘leek’ niet altijd te signaleren. Een ontwrichting wil zeggen dat er een bot uit de kom is geschoten, bv. schouder of vinger uit de kom.
Behandeling: Bij een gesloten of open botbreuk: – Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk – Geef steun en rust. Laat de geblesseerde het getroffen lichaamsdeel zelf ondersteunen zodat hij het minste pijn heeft. Eventueel kun je bij onderarm, pols of hand een mitella gebruiken. Bij elleboog, bovenarm, sleutelbeen of schouderblad kan een brede das aangelegd worden. Bij een breuk van been of heup moet de geblesseerde op een brancard naar een veilige, rustige plaats vervoerd worden en wachten op de ambulance. – Zorg voor deskundige hulp. Als de breuk zich aan enkel, arm en/of schouder bevindt kan het slachtoffer zelf naar het ziekenhuis vervoerd worden.
Bij een open botbreuk, wanneer de wond zichtbaar is en vrij van kleding – Houd het getroffen lichaamsdeel onbeweeglijk – Leg bij ernstige bloeding een snelverband aan – Laat het slachtoffer zelf steun geven aan het getroffen lichaamsdeel. – Zorg voor deskundige hulp Bij een ontwrichting – Probeer nooit zelf om het bot weer op de goede plaats te zetten. Zenuwen kunnen bekneld raken wat ernstige gevolgen kan hebben. – Geef de geblesseerde steun en breng hem naar het ziekenhuis of bel direct een ambulance.
Schaafwond: Wanneer schaafwonden niet goed worden schoongemaakt, is de kans groot dat er vuil achterblijft. De wond kan dan gaan ontsteken. Schaafwonden kunnen ook ontstaan door wrijving met kleding. Een gevoelige huid is niet gebaat bij katoenen kleding die nat wordt door transpiratie. Schaafwonden hebben overeenkomsten met brandwonden. Bij beiden is de opperhuid verdwenen. Op het sportveld ontstaan brandwonden vaak door een glijdende val op een stroef of ongelijk oppervlak (kunstgras of verhard veld). Lichte brandwonden als gevolg van een glijdende val zijn te herkennen aan een schaafwond met zwarte randen.
Behandeling: – Was de wond schoon met water en zeep, zo nodig met een borsteltje – Dep de wond droog met een steriel gaasje of schone doek – Laat Betadine op de wond druppelen – Verbind, indien mogelijk, de wond niet, maar laat hem drogen aan de lucht om het genezingsproces te bevorderen. – Als de schaafwond erg groot/diep is en blijft bloeden of als de wond mogelijk in contact komt met kleding, kun je de wond afdekken met een steriel gaasje (liefst een vet gaasje). Het gedeelte dat op de wond komt zo min mogelijk aanraken in verband met infectiekans. Het gaasje rondom vastplakken met kleefpleister – Houd bij een schaafwond altijd rekening met tetanusbesmetting!
Diepe wond: Een diepe wond moet goed gereinigd worden. Hierdoor voorkom je dat vuil in de wond achterblijft en de wond gaat ontsteken. Een ontsteking vertraagt het genezingsproces.
Behandeling: – Laat de wond doorbloeden, zodat het vuil eruit spoelt – Reinig de wond met water en zeep, zo nodig met een borsteltje – Dep de huid rondom de wond droog met een steriel gaasje of schone doek – Geen desinfecterende middelen gebruiken – Haal de wondranden met duim en wijsvinger naar elkaar toe en plak een zwaluwstaartje dwars op de wond – Dek het zwaluwstaartje af met een steriel gaasje. Het gedeelte dat op de wond komt zo min mogelijk aanraken, in verban met infectiekans. Het gaasje rondom vastplakken met kleefpleister. – Ga met een diepe wond altijd naar een arts, als de wondranden wijken moet de wond gehecht worden.
Hersenschudding: Een hersenschudding kan ontstaan door een val op het hoofd of door een flinke slag/stoot tegen het hoofd. Bij een lichte hersenschudding is het slachtoffer suf. Veelal klaagt hij over hoofdpijn en duizeligheid en in enkele gevallen is hij misselijk en moet braken.
Behandeling: – Koel de aangedane plek met ijs, een coldpack (altijd een doek tussen huid en koelmateriaal) of met een natte doek – Laat het slachtoffer rustig zitten of liggen tot de duizelingen verdwijnen – Houd het slachtoffer de eerste 24 uur goed in de gaten. Geef aan ouders door dat ze hem om de paar uur goed wakker maken – Blijft de hoofdpijn of treden er ander verschijnselen op (bv. pupilvergroting in één van beide ogen), schakel dan zo snel mogelijk een arts in. Vaak gaat een hersenschudding gepaard met een hoofdwond. Kijk voor de behandeling van de hoofdwond bij de verwonding ‘diepe wond’.
Tand eruit: Door een val of harde slag kunnen tanden afbreken of zelfs geheel uit de kaak vallen. Door snel en adequaat te handelen kan de schade soms beperkt blijven.
Behandeling: – Probeer de tanden en/of stukjes van tanden zo goed en zo snel mogelijk bij elkaar te zoeken – Stop de gevonden tand(delen) in een glas melk (zo wordt het eiwit niet aangetast). Wanneer geen melk voorhanden is kunnen tanddelen in de mond, onder de tong of in de wang vervoerd worden. Hiermee behouden de tanden de lichaamstemperatuur en wordt de kans op infectie verminderd. Bovendien zorgt speeksel ervoor dat de tandwortel niet wordt aangetast. – Ga zo snel mogelijk naar een tandarts. Deze kan de tand(delen) in veel gevallen nog terugplaatsen.
Kramp: Kramp is een veel voorkomend verschijnsel. Het duidt op oververmoeidheid van de spier die het teveel aan afvalstoffen niet voldoende kan afvoeren. Kramp komt vaak voor in de kuitspier.
Behandeling: – Laat de persoon ontspannen zitten of liggen – Pas de SAR-methode toe: Schudden, Antagonist, Rekken Schudden: Probeer de verkramping door middel van schudden van het getroffen lichaamsdeel eruit te krijgen Antagonist aanspannen: Als schudden niet helpt laat je het slachtoffer de tegenoverliggende spier aanspannen. bv. bij spierkramp in de kuit, been strekken en de scheenbeenspier aanspannen, d.w.z. ’trek je tenen naar je toe’ Rekken: Rek heel voorzichtig de spier door de voet langzaam in de richting van het gezicht te drukken, gedurende 5 á 10 sec. Even loslaten en de handeling zo nodig herhalen. Wordt het rekken te fel uitgevoerd dan kunnen er spierscheurtjes in de kuitspier ontstaan. Een ander voorbeeld van spierkramp is kramp onder de voet. In dit geval moeten de tenen zoveel mogelijk richting scheenbeen worden gebracht. Bij kramp aan de achterkant van het bovenbeen, moet de romp zoveel mogelijk richting het gestrekte been worden gebracht. Spierkramp is te voorkomen door vooraf een uitgebreide warming-up te doen met de bijbehorende rekoefeningen. Als je iets gebruikt hebt geef dit dan door aan de verantwoordelijke persoon medische zaken, zodat de kist weer aangevuld wordt. Voor veel blessures (verstuiking, verrekking, spierscheuring) geldt als eerste advies koelen. Laat koud water iets boven de zere plek stromen. Er zijn ook ‘ijsklontjes’ te vinden in de vriezer van de grote kantine. IJsklontjes mag je nooit direct op de huid leggen, doe er een handdoek tussen. Als je twijfelt over foto’s in het ziekenhuis, raadpleeg dan eerst de dienstdoende arts. Vaak is op de dag dat de blessure ontstaat, door de zwelling, de ernst van de blessure niet vast te stellen. Geef de geblesseerde speler het advies om wanneer de pijn aanhoudt, de volgende dag een arts te bellen. Laat het geblesseerde lichaamsdeel zoveel mogelijk rust geven en leg het hoog. Na herstel van de blessure is het belangrijk dat de speler eerst begint met trainen voordat hij weer een wedstrijd speelt. Let daarop als coach! Het is aardig als een speler met een (ernstige) blessure af en toe gebeld wordt door één van de medespelers en door de coach.